Navigation

Persbericht en beslissing HvD 12-12-2025

Model.Value("altTekst")
  1. Pers
  2. Nieuwsberichten
  3. Persbericht en beslissing HvD 12-12-2025

Persbericht en beslissing HvD 12 december 2025

Persbericht over een beslissing van het Hof van Discipline 

Het Hof van Discipline verklaart een klacht over een advocaat van het kantoor van de landsadvocaat in hoger beroep gegrond en legt de maatregel van berisping op. 

Vandaag, 12 december 2025, heeft het Hof van Discipline uitspraak gedaan in twee klachtzaken die op 19 september 2025 op zitting zijn behandeld. De klachten zijn gericht tegen een advocaat van het kantoor van de landsadvocaat (hierna: de advocaat). Het Hof van Discipline is van oordeel dat de advocaat het verschoningsrecht van een andere advocaat heeft geschonden. Het verschoningsrecht is het recht van een advocaat om aan hem door zijn cliënt verstrekte informatie geheim te houden. 


Achtergrond van de klachten

De oorsprong van de klachten ligt in het strafrechtelijk onderzoek Castor waarin het Openbaar Ministerie via een (heimelijke) strafrechtelijke vordering de beschikking kreeg over e-mailberichten waarvan later is komen vast te staan dat deze onder het verschoningsrecht vielen van de advocaat die de verdachten bijstond. De advocaat heeft kennis genomen van deze e-mailberichten en hij heeft deze gebruikt in een vertrouwelijk advies aan zijn cliënt, het Openbaar Ministerie. De daarover ingediende tuchtklacht is door de Raad van Discipline Den Haag ongegrond verklaard bij beslissing van 9 september 2024 (ECLI_NL_TADRSGR_2024_157). Tegen deze beslissing is hoger beroep ingesteld bij het Hof van Discipline. 


Het oordeel van het Hof van Discipline 

Het hof heeft geoordeeld dat de advocaat geen kennis mocht nemen van de e-mailberichten en deze ook niet mocht gebruiken voor zijn advies aan het Openbaar Ministerie omdat: 

• een advocaat onafhankelijk moet zijn van zijn cliënt en een eigen verantwoordelijkheid heeft als hij de beschikking krijgt over informatie die mogelijk onder het verschoningsrecht van een andere advocaat valt en hij niet zomaar mag afgaan op de juridische opvatting van zijn cliënt dat de e-mailberichten mogen worden gebruikt, ook niet als de cliënt het Openbaar Ministerie is; 

• er rekening mee moest worden gehouden dat het advies van de advocaat, met daarin opgenomen de (mogelijk) verschoningsgerechtigde e-mailberichten van de andere advocaat, op grond van de Wet openbaarheid bestuur openbaar zou moeten worden gemaakt;

• het recht van een cliënt op vertrouwelijke advisering door een advocaat moet wijken voor het belang dat een advocaat het verschoningsrecht van een andere advocaat respecteert.

De advocaat heeft volgens het hof met zijn handelwijze het verschoningsrecht van de andere advocaat geschonden en daarmee heeft hij de voor de advocatuur geldende kernwaarden onafhankelijkheid, integriteit en betamelijkheid geschonden. Het hof vindt dit tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar en heeft aan de advocaat de maatregel van berisping opgelegd. 

Met deze uitspraak is onherroepelijk op de klachten beslist. Zie voor de volledige overwegingen van het hof de beslissing die bij dit persbericht is gepubliceerd.

Vragen van de pers kunnen worden gemaild naar griffie@hofvandiscipline.nl

persbericht 12 december 2025

beslissing hof van discipline 12 december 2025